Voedselverspilling is een relatief groot probleem op de wereld. Het is niet alleen zonde van het eten maar het zorgt er ook voor dat er meer afval komt. In de horeca wordt er zo 14% aan voedsel verspilt dit komt door de te grote porties, strenge regels qua houdbaarheid en een miscalculatie van de inkoop. Zeker in hotels met een buffet of een all-you-can-eat restaurant wordt er ontzettend veel voedsel verspilt. Vaak hebben gasten grotere ogen dan hun maag aankan. Dit probleem valt helaas niet op te lossen. Wel kan je als horeca ondernemer preventieve maatregelen treffen om verspilling tegen te gaan. Lees de tips in dit artikel.
1. Vul de voorraad alleen bij als het nodig is
Vaak wordt er een grote bestelling geplaatst bij een groothandel. Alle producten en ingrediënten die nodig zijn om gerechten te maken worden ingeslagen en opgeslagen in de vriezer of koelkast. Het komt vaak voor dat sommige producten wel maanden in de vriezer liggen terwijl andere binnen één week al op zijn. Let daarom goed op de inkoop van de producten en koop alleen als het nodig is. Zijn sommige ingrediënten niet lang houdbaar, koop dan elke week de ingrediënten bij de supermarkt. En zorg er ook voor dat alle horeca apparatuur goed werkt zodat het eten lang meegaat. Tip: lees ook dit artikel van het Financieele dagblad over de businesskansen van voedselverspilling.
2. Wees creatief met de restjes
Komt het toch een keer voor dat er te veel eten is ingeslagen? Dan kan er creatief omgegaan worden met de restjes. Het is natuurlijk niet nodig om een halve paprika weg te gooien. Misschien kan het nog gebruikt worden bij een ander gerecht. Ook kan je van de restjes een soort versiering maken voor bij een ander gerecht. Zeker in een culinair restaurant kan dit prima gedaan worden. Of een andere manier om met restjes om te gaan is een nieuw gerecht introduceren voor een paar dagen totdat de restjes op zijn.
3. Koop op het laatste moment in de aanbieding
Omdat de supermarkten tegenwoordig groter zijn is er meer budget voor acties. Deze acties worden dan ook groots uitgevoerd. Vaak tijdens nationale evenementen zoals het WK-voetbal. Tijdens zo een actie kan er gespaard worden voor verschillende dingen. Bijvoorbeeld voetbalplaatjes of ander klein speelgoed. De acties van de supermarkten zijn dus meer zichtbaar en actief dan vroeger. De acties zijn vooral gericht op de jeugd, zij doen vaak mee aan de acties. Het doel is uiteindelijk dat men veel spaart en vaker bij dezelfde supermarkt gaat kopen. De acties worden verkregen vanaf een bepaald bedrag, bijvoorbeeld 10 euro. De consument is dan bij een bedrag van 9 euro of 28 euro vaak geneigd om toch nog wat extra producten te pakken om een extra spaaractie te verkrijgen. Ook zijn er meer online supermarkten. Hierbij doe je je boodschappen online en worden de boodschappen tot aan de keuken geleverd. Een groot verschil met vroeger waar deze optie nog niet eens bestond.
4. Koop bij een lokale groothandel of grootgrutter
Het aantal aanbieders is een stuk minder geworden. Voorheen waren er veel verschillende supermarkten met ieder een eigen eigenaar. Tegenwoordig zijn die kleinere supermarkten opgekocht en zijn er vooral grote supermarkten aanbieder van heel veel supermarkt locaties in zowel Nederland als in het buitenland. De supermarkten willen meer een huisstijl meegeven dan een eigen identiteit. De supermarkten 30 jaar geleden waren meer lokaal. De leveranciers kozen zij zelf, dan wordt gauw voor een boer in de buurt gekozen dan bijvoorbeeld in het zuiden van Nederland. De supermarkten van nu willen vooral hun huisstijl en imago laten zien. De een als beste kwaliteit huismerken en de ander als een assortiment met zeer lage prijzen.